Ik moest gisteren ineens denken aan mijn “27mc-bakkie-tijdperk”. Tja ik heb in de jaren ‘80 (nee, het moet eind jaren ’70 zijn geweest) ook meegedaan aan deze rage. En als ik er zo over nadenk dan zie ik veel parallellen met weblogs en andere moderne middelen. Ik kan het me niet allemaal precies meer herinneren en ben ook geen techneut, maar weet nog wel goed dat ik met het bakkie in de auto en een grote antenne er bovenop, op zoek ging naar andere zendamateurs. Een soort vossenjacht met het bakkie. Ook werden er oriëntatietochten gehouden met zo’n ding. Navigeren, de aanwijzingen opvolgend, doorgevend etc. om zodoende bij een bepaald eindpunt uit te komen en elkaar daar te ontmoeten. Eigenlijk al een soort navigatiesysteem in de auto. En ze worden nog steeds gehouden zag ik, die vossenjachten. Hier is er bijvoorbeeld nog een. Het community-gevoel, kan ik me nog goed herinneren, was groot. Het was kicken als je iemand in je ‘netwerk’ bereikte en je praatte met vreemden die daarna geen vreemden meer waren. Je ‘linkte’ naar elkaar om zodoende afstanden te overbruggen. Ik kwam zo ooit tot in Austrailië! Lijkt toch verdomd veel op hetgeen met weblogging gebeurd. Je maakt contact, je linkt naar elkaar, je houdt er bepaalde afspraken op na (al dan niet ongeschreven), je voelt je onderdeel van een groter geheel en je ‘ontmoet’ virtueel andere mensen.
Was het 27mc-bakkie misschien de voorloper van hetgeen zich nu voltrekt? Van connecting & sharing? Toen was het nog vaak illegaal en helemaal in de hobbysfeer. Nu hebben we middelen die iedereen mag gebruiken en ook ingezet worden in businessomgevingen.
En denk eens aan de overeenkomst van podcasts en het zenden via zo’n 27 mc bakkie? Tuurlijk tijden en spullen veranderen. De drijfveren blijven. Mensen willen gehoord worden en roepen ‘breakie break, staande bij’ om te kijken of ze kunnen connecten. Luisteren mocht je trouwens altijd met zo’n bakkie. En als je iets te zeggen had dan ‘brak je in’, als je tenminste toestemming kreeg om te mogen zenden: ‘breaky breaky, breaker kom er maar tussen’. Dus hier ook al geen push maar pull. Soms zond onder je eigen naam, vaak gebruikte men echter een soort pseudoniem. En wilde je iemand bereiken dan riep je door de ether: ‘dit is charliex voor ladyz’. Je was dus op zoek naar de conversatie. Maar je wist niet of iemand ook aanwezig was. Nu kun je dat natuurlijk mooi zien met die hulpmiddelen zoals Technorati. Het laatste nieuws kon zich trouwens ook ontzettend snel verspreiden via de zendamateurs. Net zoiets als Technorati. Vaak waren de zendamateurs al eerder bij een brand ter plaatste dan de brandweer. En het was een bekend geheim dat de politie en brandweer ook meeluisterde met de bakkies. Lijkt toch wel veel op het monitoren van de blogosphere. Het ‘luisteren’ naar weblog. En volgens mij noemden we het praten met elkaar toen ook al chatten. Maar ik kan me vergissen.
Voor degenen die aan het ‘bakkie-tijdperk’ hebben deelgenomen en nu webloggen of podcasten: denk er maar eens over na en je zult verrassende parallellen zien….Als jij ze ziet, voeg ze hieronder in de reacties toe. Ik benieuwd of jij ook datzelfde gevoel hebt bij dat tijdperk. Lijkt me geinig om die parallellen eens te inventariseren.
Mooi verhaal Hans, veel herkenbaarheid. Voor mij is de podcast sterk verbonden met de FM-zender die ik 25 jaar geleden had. Enigszins vergelijkbaar met het “bakkie”, maar dan op de radiofrequenties en een beetje illegaal. Ik heb nog geen podcasts gemaakt, althans niet online gebracht, maar het gevoel van vrijheid, van vertellen en draaien wat je leuk vindt, is er helemaal in terug te vinden. Dus ik kan je gevoel goed begrijpen.
Ja, ik zie deze parallellen ook. Heel interessant.
Overigens, ik zie ook parellel tussen al die aanvraag programma’s op radio piraten (en lokale omroepen), met name voor jongeren, en al die websites die jongeren nu gebruiken om contact te houden.
Bij ons had je op zondag een soort programma voor jongeren. Mensen namen dan het weekend door, en vroegen muziek aan voor elkaar.
Ik denk dat dit soort programma’s het nu veel minder doet. Omdat er zoveel andere middelen tot coummunicatie zijn…